René Pennings       

Risico's nemen met gezond verstand

Waarom er nauwelijks nog duikplanken zijn (2)

Shawn Meneely liep tijdens een fatale duik een gebroken nek en een dwarslaesie op. Na een vergeefse schikking besluiten zijn ouders de brachevereniging voor zwembaden, de NSPI, voor de rechter te slepen. In Nederland kent bijna niemand het bijzondere verhaal van Shawn en zijn moeder Kathy Meneely. In Amerika is het verplichte lesstof voor iedere risicomanager en letselschadespecialist. Maar zelfs in Amerika kennen ze niet het hele verhaal.

De letselschadeadvocaten Fred Zeder en Jan Peterson beten zich stevig vast in de Meneely-rechtszaak. Ze kwamen erachter dat de branchevereniging zelden voor de rechter was gesleept en dat in de zeldzame gevallen de rechter het Barmhartige Samaritaan-principe zwaar woog in zijn uitspraak: de NSPI had met andere woorden nauwelijks zorgplicht als aangelegde zwembaden en duikplanken afweken van hun richtlijnen. En, tja, de aanklager had bovendien naar eigen zeggen een suicide dive gemaakt. Bovendien had de NSPI jarenlang campagne gevoerd om zo veilig mogelijk te duiken. 

Deze Steer Up-campagne was het gevolg van die ene keer dat de NSPI besloot te schikken: in 1970 overkwam een tiener uit Virginia hetzelfde als Shawn en maakte de NSPI via de zwembadleverancier 450.000 dollar over aan de familie.

Tijdens hun gesprekken met zwembadexperts kregen Zeder en Paterson het vermoeden dat de branchevereniging al verscheidene keren veiligheidsonderzoeken had laten verrichten. Toen de rechtszaak eind 1993 begon in een zaaltje van de county-rechtbank was de eerste vraag aan de NSPI of ze de onderzoeksresultaten wilde delen met de gedupeerden. Ze weigerden.

Zeder en Peterson spanden een nieuwe rechtszaak aan om de onderzoeksresultaten boven water te krijgen. In het beste geval hadden ze een smoking gun in handen, letterlijk en figuurlijk verpletterend bewijsmateriaal dat de NSPI had geprobeerd te verbergen. De rechtszaak zou vijf jaar duren en in die tijd werden de loopgraven opgetrokken. Tijdens zwembadconferenties voerde de NSPI nep-rechtbankzittingen op om hun leden duidelijk te maken dat ze zich geen zorgen hoefden te maken: het was de eigen schuld van dat joch in de rolstoel. 

De tijd werkte niet bepaald in het voordeel van de NSPI. De drie betrokken deskundigen bij de duikonderzoeken gaven hun bevindingen geleidelijk door aan Zeder en Peterson. Zij zagen hun smoking gun bevestigd: het is absoluut onverantwoord om in dergelijke gevallen van een duikplank te duiken, zelfs als het zwembad voldoet aan de afmetingen en de duiker ‘normaal’ duikt. Later gaf de NSPI aan dat als gevolg hiervan jaarlijks 59 mensen ernstig rugletsel oplopen. Een situatie die de branchevereniging al ruim twintig jaar kende, maar niet wilde delen met het grote publiek.

Toen de rechter in 2001 – na tien jaar procederen - eindelijk uitspraak ging doen, leek het alleen nog maar de vraag hoe hoog de schadevergoeding van de NSPI zou worden. Of zou ook nu weer het Barmhartige Samaritaan-principe de doorslag geven? De rechter liet aan duidelijkheid niet te wensen over toen hij de NSPI veroordeelde om 6,6 miljoen dollar over te maken aan Shawn Meneely. 

Maar daarmee is dit verhaal nog niet afgelopen. Om onder de uitspraak uit te komen vroeg de NSPI faillissement aan, ondanks bijna tien miljoen aan activa op haar balans. En na de rechtszaak maakte Shawn nog meer dingen mee die zijn leven gingen veranderen. 

Op de foto Shawn Meneely bij de Seattle Seahawks 

Lees hier deel 3 en slot.