Antirook-lessen voor onze transities
Iedere dag lees je dat we op een Keerpunt komen. Of het nu gaat om fossiele versus duurzame energie, zwarte of veegpieten, een ander zorgsysteem of flexibel werk, ieder maatschappelijk relevant onderwerp is In Transitie. Een transitie is méér dan een verandering, het is een transformatie naar een nieuw, vaak nog onbekend normaal. Er is zelfs een transitietheorie met onder meer Jan Rotmans als pleitbezorger. Met de sigaret als voorbeeld kom je dan weliswaar tot het inzicht dat de theorie redelijk klopt, maar dan wel anders dan je had kunnen bevroeden.
‘Nederland zal de komende decennia transformeren naar een nieuwe samenleving waarin de machtsverhoudingen zoals we die nu kennen radicaal zijn omgegooid. Alle maatschappelijke sectoren waarin niet de mens centraal staat naderen hun houdbaarheidsdatum.’ Met deze twee zinnen zou je de zienswijze van hoogleraar transitieleer en medeoprichter van Urgenda, Jan Rotmans, kunnen samenvatten.
Ik lees graag zijn werk. Hij had dertig jaar geleden al gelijk gekregen met de klimaatverandering en ook nu weet hij maatschappelijke crises uitstekend te duiden. Maar een stemmetje in mij wil bewijs zien voor kantelpunten en de afwachtende rol van de overheid. Dat zou toch niet zo moeilijk moeten zijn met de antirooktransitie. Vandaag de dag roken immers aanzienlijk minder mensen dan vijftig jaar geleden. Zouden de volgende twee transitiestellingen opgaan voor de geslaagde antirook-transitie?
- Als 25% van de rokers stopt, is het belangrijkste kantelpunt bereikt en is de verandering bijna niet meer te stoppen.
- De overheid is bij dit eerste kantelpunt hoogstens reactief en begint pas met ontmoedigen/stimuleren en daarna met verboden als de transitie al goed op stoom is.
Het verloop van een ‘klassieke’ traditie staat in de volgende afbeelding. De gestippelde neerwaartse lijn begint linksboven met het oude normaal, in dit geval het aantal rokende Nederlanders begin jaren zeventig, circa 80% van de volwassenen oftewel circa 7 miljoen rokers (met een flinke bandbreedte vanwege de steekproef). Eind 2020 waren het er 2,2 mln op 15 miljoen (jong)volwassenen (22%). De groene, oplopende S-curve staat voor de gestegen levensverwachting. Idealiter zou deze lijn moeten laten zien dat er door minder roken sprake is van minder longkanker, COPD, hartziektes en andere aanverwante ziektes, maar hoe ik ook heb gegoogled, deze startinformatie was er in de jaren zeventig gewoon niet. Vast staat wel dat de Nederlander de afgelopen vijftig jaar gemiddeld 7 tot 9 jaar ouder is geworden en al met al gezonder leeft, aldus het Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut.
Tijd voor feiten. De volgende grafiek van het Trimbos-instituut laat warempel een kantelpunt zien. Tussen grofweg 1970 en 1985 daalde het aantal rokers van 75% naar pakweg 45%. In absolute aantallen gaat het om een daling van zo’n 7 miljoen naar iets minder dan 4,5 miljoen rokers! Ergens in die vijftien jaar kwam De Kanteling, een daling van 35%. Een omwenteling die weliswaar goed is gedocumenteerd, maar nauwelijks bekend is.
Een witte raaf in de tabaksindustrie?
De foto van deze rokende Johan Cruijff dateert uit 1977. Destijds rookte het complete Nederlandse elftal. In iedere huiskamer stond op de salontafel een asbak en verschenen er op verjaardagen borrelglaasjes gevuld met filtersigaretten. Diezelfde Cruijff maakte toen reclame voor het sigarettenmerk Dual van de Groningse sigarettenfabrikant Niemeyer.
Dit bedrijf groeide onbedoeld uit tot een kantelpunt. In 1972 introduceerden zij de halvaret, een nicotine armere of light sigaret onder de merknaam Roxy of Kelly. De branche was hier diep ongelukkig mee, want Niemeyer schond met deze sigaretinnovatie het gentleman’s agreement om tabak vooral niet te associëren met gezondheidsrisico’s. ‘Daar praten we hier niet over.’
Niemeyer had niet bepaald zuivere bedoelingen. Een lichtere sigaret kon wel eens een gat in de markt zijn, want de consument had inmiddels wel doorgekregen dat roken niet goed hoefde te zijn voor je gezondheid. Een groot Brits medisch onderzoek toonde eind jaren zestig onomwonden aan hoe verslavend en slecht nicotine was. Meerdere wetenschappelijke onderzoeken volgden en in 1971 volgde de eerste Tweede Kamervraag. Onbekend is of dit betreffende PvdA-lid rookte en/of de ongeschreven fractiediscipline had overtreden.
Niemeyer gaf zijn light sigaret een steuntje in de rug door op het pakje een stippenplan af te drukken. Hun light-sigaret scoorde uiteraard de minste van de vier stippen. Dit staaltje onbedoelde nudging zorgde voor een grotere bewustwording, met name onder hoger opgeleiden, over de gevaren van roken. Volgens kenners was de sigaret overigens ronduit smerig en ging je er juist meer van roken om je nicotinedosis te halen.
Tot verrassing van vriend en vijand stuurde Niemeyer op 2 november 1972 een persbericht uit waarin ze aankondigen uit het gentleman’s agreement te stappen. Mét een extra toelichting: ‘dat het roken van sigaretten schadelijk kan zijn, is een feit dat langzamerhand wel tot alle consumenten is doorgedrongen. Het is struisvogelpolitiek van de industrie daar nog langer omheen te draaien. De praktijk heeft vooral in de U.S.A wel geleerd, dat de algemene waarschuwingen en de waarschuwingen op de pakjes niet veel uithalen. De meeste consumenten hebben kennelijk besloten door te gaan met het roken van sigaretten maar voor velen blijft het echter een probleem.'
De omerta was hiermee doorbroken. Tijdelijk weliswaar, want Niemeyer kwam in Britse handen en zocht minder publiciteit. Maar wat deed de Nederlandse regering?
Passief en afwachtend
Transitiestelling 2: de overheid loopt in het begin niet voorop, is eerder reactief, maar zou idealiter de koplopers dienen aan te moedigen
Deze stelling gaat helaas nauwelijks op voor de antirooktransitie. Weliswaar besloot het kabinet Den Uyl in 1973 de Gezondheidsraad om advies te vragen, maar van harte ging dat niet. Bijzonder is dat het gros van de adviezen van deze raadscommissie (reclameverbod, minder verkooppunten) veertig jaar later pas werden ingevoerd. De kabinetten Den Uyl / Van Agt / Lubbers vreesden de economische gevolgen van antiroken, onder meer vanwege de werkloosheid die tegen de 1 miljoen Nederlanders aanliep. Dat de gezondheidsrisico’s eind jaren zeventig bijna drie miljoen Nederlanders raakten en enkele miljarden euro’s aan zorg vergden werd door de politiek nog nauwelijks onderkend.
In 1980 verzocht het kabinet tabaksreclame op TV te verbieden, maar dat werd geen succes. Hoewel meerdere wetsontwerpen voor tabaksontmoediging sneuvelden, eiste de overheid dat er vanaf 1982 waarschuwingsteksten op een tabaksproduct werd gedrukt. Ronduit tegendraads was de tabaksaccijnsverlaging in 1984 en de bouw van twee grote nieuwe sigarettenfabrieken. En toch stopten uitgerekend in die jaren miljoenen Nederlanders met roken.
Jan Modaal rookt niet (meer)
We gaan terug naar begin 1985. Verplaats je even in de wereld van Jan Modaal. De destijds gemiddelde Nederlander van begin veertig, getrouwd met zijn jeugdliefde, vader van twee kinderen en woonachtig in een rijtjeshuis. Iedere dag rookt hij zo’n twintig sigaretten, net geen heel pakje. Zijn goede voornemen was om ermee te stoppen, maar dat heeft hij vier moeizame dagen volgehouden. Vorig jaar is zijn tante aan longkanker overleden. De laatste jaren van haar leven kon ze niet meer zonder zuurstof. Zijn vrouw vraagt hem al jaren of hij is ’n keer naar de dokter wil voor zijn kuchje.
Op TV ziet hij iedere avond minstens twee keer het spotje ‘Ik Rook Niet, Ik Sport’. Postbus 51 heeft ook een spotje over de risico’s van meeroken. Onderweg naar haar kamer stopt die dag zijn oudste dochter een dun boekje in zijn hand. Meer uit verveling dan belangstelling slaat hij het boekje ‘Roken Welbeschouwd’ open. Van Stivoro heeft hij nog nooit gehoord, maar één passage blijft hem de rest van zijn leven bij:
Roken is dubbel verslavend. Nicotine activeert het beloningssysteem van de hersenen en het blokkeert tegelijkertijd het systeem dat de beloning moet afremmen .Het nicotinegehalte in het bloed daalt naar ongeveer de helft in een half uur tijd. Na een uur is het gedaald naar een kwart. Daarom roken de meeste rokers zo'n 20 sigaretten per dag.
Die dag besluit hij te stoppen met roken. Hij zal nog minstens drie keer opnieuw stoppen, maar uiteindelijk wordt Jan een gezelligheidsroker, die nog hoogstens vijf sigaretten in de week rookt.
Dit op mijn oom gebaseerd praktijkvoorbeeld laat zien dat de meeste Nederlanders liever hun eigen keuze maken en denken ‘uit zichzelf’ te stoppen. Ingegeven door persoonlijke ervaringen en de toekomstige generatie, die roken al minder vanzelfsprekend vond.
Mijn oom stond niet alleen: miljoenen mensen stopten zonder te beseffen dat ze al jarenlang hiertoe werden aangezet door overwegend particuliere antirook-initiatieven. Door Stivoro bijvoorbeeld. De Stichting Volksgezondheid en Roken werd financieel ondersteund door onder meer de Hartstichting, die op zijn beurt mede werd gefinancierd door het ministerie van Volksgezondheid.
In de woorden van Jan Rotmans ontstond er vanaf het midden van de jaren zeventig een cascade van initiatieven die het onmogelijk maakte niet geraakt te worden door de schadelijke gevolgen van tabaksverslaving. En hoewel de tabaksindustrie korte lijntjes bleef houden in het kabinet en antirookmaatregelen soms gewoon saboteerde (‘Minder verkooppunten? Dan richten we zelf een keten op!’[Primera]), daalde het aantal rokers gestaag. Met dank ook aan spijtoptanten zoals Cruijff en Alen Carr, beide overleden aan longkanker.
2021: Jordi eert zijn vaders antirookreclame uit 1991 met een update
Eind 2021 zijn er nog 2 miljoen frequent rokende Nederlanders. De ijzeren voorraad stokers zou Rotmans ze noemen. Het gros van hen is zelfs bereid zestig euro te betalen voor een pakje sigaretten. De link met antivaxers ligt voor het oprapen.
De transitietheorie gaat redelijk goed op voor de geslaagde antirookrevolutie. Het was een langzame omwenteling van minstens drie generaties en de overheid was passiever dan de theorie ons leert, maar misschien droegen die heel veel kleine particuliere kantelpuntjes het meeste bij aan de persoonlijke transitie van miljoenen stoppers.
In 2022 staan we op meerdere terreinen voor Een Kanteling. Iedere transitie is tot op zekere hoogte maatwerk en kent een ander verloop. Maar toch… die transitietheorie is een handige gereedschapskist voor de Burger 2.0. En dat zijn we allemaal. Toch?
René Pennings
Januari 2022
Met dank aan:
• De tijdslijn ‘tabaksontmoediging’ van ‘bijzonder hoogleraar ‘tabaksontmoediging en directeur van het Trimbos-instituut, Marc Willemsen.
Uit : De geschiedenis van tabaksontmoediging in Nederland, Marc Willemsen, 2018
• https://www.ntvg.nl/artikelen/het-nederlandse-tabaksontmoedigingsbeleid
• https://nidi.nl/demos/vijftig-jaar-demografische-verandering/
• https://www.volksgezondheidenzorg.info/onderwerp/roken/cijfers-context/huidige-situatie-volwassenen#!node-roken-naar-leeftijd
• https://www.tabaknee.nl/dossiers/de-tabakslobby-in-nederland/item/1613-1-over-de-tabaksepidemie
• https://www.tabaknee.nl/nieuws/item/1721-alliantie-nederland-rookvrij-ontvangt-world-no-tobacco-day-award
• https://www.trimbos.nl/kennis/cijfers/cijfers-roken
• https://anderetijden.nl/aflevering/618/Roken
• https://www.jellinek.nl/vraag-antwoord/hoeveel-zijn-we-minder-gaan-roken/
• Joop Bouma: De sjoemelsigaret. Hoe artsen en overheid de tabaksindustrie vrij spel gaven, Atlas Contact
• https://www.nrc.nl/nieuws/2018/11/22/de-slag-om-de-roker-die-niet-kan-of-wil-stoppen-a2756190
• https://mens-en-gezondheid.infonu.nl/verslaving/34016-stoppen-met-roken-tips-afkicken-roken-allen-carr-methode.html
• https://www.bd.nl/binnenland/helft-rokers-stopt-pas-als-een-pakje-sigaretten-60-euro-kost~aff23280/