René Pennings       

Risico's nemen met gezond verstand

Wat mag een mensenleven kosten?

Het stond glashard in de risicoanalyse: ‘aantal doden: 5 tot 10, in het meest ongunstige geval’. De vraag: kunnen we dat niet in euro’s uitdrukken? En degene die voor het antwoord moest zorgen was de auteur van dit stukje. Wat kost met andere woorden een mensenleven of nog anders gesteld: wat zijn we waard als er Iets Ergs gebeurd? Het antwoord: 25.000 euro, maar dat verdient een toelichting.

Soms komt het voor dat we aan een ramp ontsnappen. Dat kan op projectniveau zijn – als bijvoorbeeld een kade het dreigt te begeven, maar ook persoonlijk – wanneer je bijvoorbeeld in een verkeersongeluk belandt. De moeilijkste en ongetwijfeld meest controversiële prijsbepaling is die van een mensenleven. 
Mag je überhaupt een prijskaartje hangen aan wat een mens waard is? Is het niet immoreel en cynisch om mensenlevens in geld uit te drukken? Misschien, maar aan de andere kant vergt het lef en moed om een bedrag te noemen voor een gezond levensjaar. Het rekenen in en met mensenlevens is een relatief jonge, maar snelgroeiende wetenschap. De belangrijkste inzichten komen uit de medische wetenschap en uit de burgerluchtvaart. 

Een gezond levensjaar
Zo adviseert de Raad van Gezondheid een normbedrag van 80.000 euro voor een (extra) gezond levensjaar (quality adjusted life year of qualy). Op basis van deze vuistregel wordt bijvoorbeeld een harttransplantatie volledig vergoed. In de zomer van 2012 ontstond gedoe toen het vergoeden van dure medicijnen tegen de zeldzame ziekten van Pompe en Fabry ter discussie werd gesteld. Uiteindelijk besloot de minister ze te blijven vergoeden en dat mag je beschouwen als een teken van beschaving. 









Een vergoeding voor de nabestaanden
Het klinkt buitengewoon wrang maar door vliegtuigongelukken is er inzicht in hoeveel financiële compensatie nabestaanden ontvangen. Op basis van recente calamiteiten in San Francisco, de Haarlemmermeer maar ook MH17 is een maximum vastgelegd van 130.000 euro per passagier. Dat bedrag krijg je overigens niet zomaar, je moet als nabestaande de schade kunnen aantonen. 
Hoe zit dat in jouw organisatie? Het snelste antwoord staat in de aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering die je organisatie heeft afgesloten. Mocht je deze uitkering voor jezelf en nabestaanden aan de lage kant vinden (lees deze zin nog eens…), dan kan een aanvullende verzekering geen kwaad, hoewel je via je hypotheek al vaak een overlijdensrisicoverzekering hebt afgesloten. 

Het antwoord van 25.000 euro dat ik destijds in de risicosessie gaf had betrekking op inhuurkosten. Mijn werkgever had zich goed verzekerd en toonde zich hiermee van zijn beste kant. Mocht zich onverhoopt een menselijk drama voordoen, dan word je snel geconfronteerd met de waan van de dag – in dit geval snel een goeie vervanger zoeken. Meestal kom je dan uit bij een inhuurkracht, en deze is anderhalf tot twee keer duurder dan eigen mensen. Een factor 2 meer betekende voor deze klus 25.000 euro extra aan kosten. 

Het is en blijft een moeilijke (maatwerk)berekening van iets dat je liever niet in euro’s wilt uitdrukken. Maar toch kan het noodzakelijk zijn en denk je aan dit stukje terug wanneer je in een risicosessie hiermee te maken krijgt. 

Meer lezen over het kwantificeren van risico’s? In hoofdstuk 13 van  No Risk No Fun vind je tips en trucs om met gezond verstand moeilijk kwantificeerbare risico’s te tackelen.


Maart 2017