In Holland komt een klimaatbestendig huis?
Een van de mooiste woningbouwlocaties ligt op het voormalige marinevliegkamp in Valkenburg (ZH), gelegen tussen Katwijk en Leiden: de wijk Valkenhorst. Over tien, misschien vijftien jaar staan op deze voormalige Rijndelta bijna 6.000 woningen. Het is ook de droom van iedere bevlogen ruimtelijke ordenaar: wat als we van deze plek de groenste en duurzaamste woonwijk van Nederland gaan maken? Het loopt vooralsnog even anders, maar de initiatiefnemers zijn er nog niet klaar mee.
Mijn naam is Homie en ik ben een virtueel huis. Op het volgende plaatje zie je mij tussen die witte rechthoekige doos en dat huis met een iets hoger puntdak. Telkens als ik op een scherm verschijn kan ik alles zien en horen wat de bedenkers, besluitvormers en beïnvloeders zeggen en doen. Of het nu gaat om toekomstige bewoners zijn die in een gemeenschapshuis worden bijgepraat door wethouders of ambtenaren, of ingenieurs en architecten die mij straks zo waterrobuust en klimaatbestendig willen bouwen. Ik, Homie, was er bij.
Mijn toekomstige plek is een prachtige uitvalsbasis, zo wisten de Romeinen al, getuige de archeologische vondst van een megafort. Er is schoon water uit de duinen, een recreatieplas en je kunt makkelijk inprikken op de bestaande drinkwater-, riolerings en zuiveringsfaciliteiten.
Toen ruim twintig jaar geleden de eerste plannen voor onze wijk ontstonden waren begrippen zoals klimaatbestendigheid, duurzaamheid en de circulaire economie nog de ver van ons bed-show. Inmiddels volgen de crises zich op: er dreigt een (drink)watertekort, de prijzen voor fossiele bronnen gaan door het dak, de bodem daalt stevig door, er is veel geopolitiek gedoe en vooral een gigantische woningnood. Om maar te zwijgen van de stikstofcrisis en andere maatschappij ontwrichtende ontwikkelingen. Net als mensen wil ik ook graag honderd jaar of ouder worden, maar dat zal niet vanzelf gaan.
De afgelopen jaren zag ik vooral medewerkers en bestuurders van de overheden uit het volgende plaatje.
Langzaamaan ontstond bij de meeste betrokkenen het idee voor een gezamenlijke aanpak voor duurzame sanitatie. Een klimaatneutrale wijk waar de woningen zijn uitgerust met aquathermie (warm en koud water uit oppervlaktewater, afvalwater of drinkwater) en drinkwater-recyclende maatregelen hebben. Het resterende afvalwater kan bijvoorbeeld op een slimme manier worden gezuiverd via een rietveld met zuiverende planten, een zogeheten helofytenfilter.
De initiatiefnemers beseften goed dat Nederlanders geen problemen ervaren met hun drink- en afvalwater. Het voelt als vanzelfsprekend dat er altijd drinkwater uit iedere kraan komt en dat afvalwater bijna onzichtbaar uit het huis verdwijnt. Bewoners willen er geen omkijken naar hebben, terwijl de waterleidingen mijn levensaders zijn. Een huis zonder water is als een café zonder bier. Vijf jaar stevige droogte heeft nog weinig leergeld opgeleverd voor de gemiddelde Nederlander.
We moeten met zijn allen anders denken en uit onze comfortzone komen om de komende honderd jaar toekomstbestendig te worden. Het is dan ook jammer dat het eerste enthousiasme over de duurzame wijk getemperd wordt. Ik was steeds vaker getuige van moeilijke gesprekken in steeds kleiner wordende zaaltjes. Ik hoorde deelnemers zeggen dat ze ‘dan maar gaan doen wat moet en geen stap extra’. Dat heeft met geld te maken, maar nog meer over de vraag wie wat zou moeten betalen.
Als je namelijk integraal denkt en wilt handelen, moet je over je eigen schaduw heen durven te springen. Een veel gebruikte uitdrukking in de politiek, maar de praktijk is weerbarstiger. Neem de waterbespaarplaat. alle verschillende leidingen voor water komen samen op de plek van het waterverbruik, zoals de douche, het toilet, de wasmachine en de buitenkraan. Normaal wordt hiervoor overal water van drinkwaterkwaliteit gebruikt, maar in de waterbespaarplaat worden daarnaast ook regenwater en zelfs afvalwater ingezet voor specifieke toepassingen. Zo kan bijvoorbeeld afgevoerd douchewater, via een eenvoudige zuivering worden hergebruikt om het toilet mee door te spoelen. De kosten van deze plaat inclusief leidingwerk zijn iets minder dan 2.000 euro per woning.
En dan is er nog de Hydraloop, een minizuivering voor elk huishouden met het formaat van een koelkast. Een Nederlandse uitvinding die in het buitenland al flink wat prijzen heeft gewonnen. In de VS wordt dit jaar de eerste nieuwbouwwijk met hydraloops opgeleverd. Met het risico dat ik op een commercial begin te lijken noem ik toch maar even dat een vierpersoonsgezin met die hydraloop 45% water kan besparen en zo’n 80.000 liter per jaar kan recyclen.
Eerst verwijdert het apparaat de bovendrijvende grotere vuildeeltjes zoals haren en zeepresten. Vervolgens worden er miljoenen kleine luchtbelletjes in het water geblazen waaraan de overgebleven vuildeeltjes blijven plakken. Er ontstaat dan een drijflaag die vervolgens ook weer naar de riolering afgevoerd. Na deze fase gaan micro-organismen de laatste vervuiling te lijf waardoor er kraakhelder water overblijft. In de laatste stap desinfecteert uv-licht het water en wordt het opgeslagen in de tank waarna het toilet, de tuin of de wasmachine kan worden voorzien van gerecycled water. Hij kost iets minder dan 4.000 euro. Met de huidige drinkwaterprijs is in Nederland de terugverdientijd 35 jaar. In België overigens vijf jaar, vanwege de hogere en volgens mij reëlere drinkwaterprijs.
Er is op dit moment geen enkele overheidsinstelling die mee wil betalen aan de waterbespaarplaat en de hydraloop, omdat deze naar de letter buiten ieders taak vallen. Zelfs subsidieregelingen zijn hiervoor te smal ingeregeld. Zeg nou zelf, wat is 6.000 euro op het totaalbedrag van het goedkoopste te bouwen huis, zo´n drie ton?
Enfin, de waterbespaarplaat en de hydraloop zijn voorlopig in de ijskast gezet, net als de aquathermie. Het innovatieve rioolstelsel gaat waarschijnlijk gelukkig wel door. Ach, als de centrale overheid water en bodem niet sturend genoeg wil maken doet het klimaat het zelf wel. Het is tenslotte veel natter én droger geworden. Als toekomstige leefbaarheidsverblijfplaats mogen wat mij betreft wetten en regels best wel strenger.
Wat ik heel vaak opving in de gesprekken was dat Vex minus Bex minus Grex minstens nul moet zijn. Pas in een derde gesprek begon ik het te begrijpen. De vastgoedopbrengst of -exploitatie (de Vex, de te verkopen huizen) moet de bouwkosten (Bex) en de grondkosten dekken. Je moet als het ware drie markten op elkaar afstemmen: vastgoed, bouw en grond. Steeds minder beïnvloeders hadden het over die vierde en misschien wel de belangrijkste markt, die van de duurzaamheid. Welke overheid durft een langetermijn-, brede en duurzame blik in zijn business cases op te nemen? En er een echte klimaatbestendige business case van te maken. Ik, Homie, wil ook honderd jaar kunnen worden!
Ach, ik ben maar een verlichte megapixel op een beeldscherm. In de huidige compensatiesamenleving is er geld genoeg. Van groene pensioenfondsen bijvoorbeeld of woningcorporaties die verlost zijn van de verhuurderheffing. Vorige week sprak ik een collega die in de Gnephoek – rare naam trouwens – zal worden gebouwd. ‘Ge-ga-ran-deerd waterrobuust,’ pochtte ze. ’Ook nog een beetje klimaatbestendig, daar in die diepe polder?’, reageerde ik. Daar had die blokkendoos het niet van terug.
Over enkele jaren kun je mij, Homie, in het echt zien. Daar zal flink wat wilskracht en doorzettingsvermogen aan vooraf gaan. Aan ieders goede intenties zal het waarschijnlijk niet liggen. Achter dit verhaal kan nog geen punt worden gezet. Hoogstens een komma, die met duurzame lef misschien nog wel kan uitgroeien tot een groen uitroepteken! Toch?
René Pennings
Januari 2024
Geraadpleegde literatuur (o.a.)
• Openbare bestuursstukken Rijnland, gemeente Katwijk over Valkenhorst (2017-2023)
• https://klimaatadaptatienederland.nl/actueel/actueel/nieuws/2022/kabinet-maakt-water-bodem-sturend/
• Waterspiegel, juni 2021
• https://www.duurzaamthuis.nl/je-eigen-waterzuiveringsinstallatie-thuis