René Pennings       

Risico's nemen met gezond verstand

Mijn risk appetite: ontmoeting met beer (2,slot)

We openden een hek van zo'n anderhalve meter hoog dat de ingang vormde voor een bos. Het pad werd allengs smaller en het bos bestond uit dunne witte bomen die het zonlicht nauwelijks door lieten. Tussen de bomen was er dicht struikgewas. Mijn vrouw zwaaide nerveus met haar bear bell. Het was stil in de bossen, te stil. Het begon te regenen en op het smaller wordende pad zagen we een grote berenhoop. 'Hij is nog vers, hè?' Om een of andere reden deed het me denken aan de tip dat je met minstens zes mensen moest zijn als er beren op de weg konden zijn.

Achter ons vlogen roeken op terwijl het onverwacht ophield met regenen. De wind ging liggen en ik voelde een druppel koude zweet over mijn rug lopen. Ik stond stil, meende iets te horen. Was het mijn ademhaling, het bonken van mijn hart in mijn keel? 

‘Oké, laten we teruggaan,’ sprak ik nauwelijks koelbloedig. ‘En laten we herrie maken.' Terwijl mijn vrouw onophoudelijk met haar berenbel zwaaide, zongen we samen een nummer van een bekende West Coast-band. Over dat we vooral niet moesten stoppen met denken over de volgende dag. 

Geritsel, links van ons. Was het gegrom? We waren nog zo’n veertig meter van het hek verwijderd. Daarachter begon de weide en liepen onschuldige koeien. In het dichte struikgewas klonk het geritsel dichterbij. We hoorden nu duidelijk zware voetstappen. Mijn vrouw opende de poort en in no-time stonden we achter het hek langs de bosrand.

De zucht van verlichting kwam uit onze tenen. Nog steeds hoorden we een onbestemd gegrom. Deze keer won mijn nieuwsgierigheid en gewapend met het fototoestel liep ik langs het metershoge prikkeldraad in de richting van het gegrom. Ik vroeg me af of de drie rijen prikkeldraad een beer van vierhonderd kilo zouden tegenhouden. In het struikgewas zag ik hem. Het zou een jonge, bruine beer kunnen zijn. Op de foto bleek later een ronde, bruine vlek te zien. 

En toen, teruggekomen op de parkeerplaats, ontmoetten we een black swan, een goede zwaan, eentje die ons antifragiel kon maken. 
Aangekomen op de onverharde parkeerplaats zagen we een gezinsauto naast onze auto parkeren. Uit de auto kwamen twee jonge meisjes van vijf, zes jaar oud, gevolgd door hun moeder en oma. Terwijl moeder haar jongste spruit losmaakte van de maxicosi op de achterbank arriveerde een jeep met daarin pa en schoonvader. 

Met de schrik nog in onze stem waarschuwden we de moeder dat er een beer op het pad was. Zeker geen kleintje, hoor! Ze hoorde ons gelaten aan en zei op nuchtere toon dat hun groep groot genoeg was. 'And you're welcome to join us.' 

Tot mijn opluchting reageerde mijn vrouw enthousiast en liepen we niet veel later met zijn negenen op het pad door het niet meer zo heel enge bos. Pa was bovendien bear-inspector en had gisteren nog het rapport opgemaakt over de gesignaleerde grizzly. 

Met mijn laatste restje mannelijkheid liep ik voorop terwijl vlak achter me een meisje van vijf vrolijk dartelde op het smalle paadje. Aangemoedigd door haar moeder stak ze haar hoofd achter elke boom en riep ze 'joe hoe bear, where are you?' 



<-- fotootje van onze redders, inclusief kinderwagen




Meer lezen over risk appetite, zowel voor jou persoonlijk als voor je organisatie? In hoofdstuk 1 van  No Risk No Fun vind je meer informatie en praktijkvoorbeelden.