René Pennings       
Risico's nemen met gezond verstand

No Risk No Fun deel 2?

Gisteren besefte ik dat ik tien jaar geleden de eerste versie af had van wat later No Risk No Fun zou heten. In de afgelopen tien jaar is er veel gebeurd waar ik in het boek geen rekening mee had gehouden. Denk aan een pandemie of Koude Oorlog-overstijgende geopolitieke spanningen. Of dat het zo hard zou gang met de klimaatverandering en de digitalisering. Wordt het niet tijd voor een vervolg of een grondige revamping?

Gelukkig zit er iets tijdloos in No Risk No Fun. Het beste bewijs is dat ik zelf nog bijna ieder maand er even iets in opzoek. Eigen roem stinkt, maar wat nog steeds staat als een huis in NRNF zijn de cases over ondermijning, voedselschandalen, maar ook de risico-indelingen en de overwaardering van de weerstandsratio.
Eveneens nog up tot date zijn de hoofdstukken over besluitvorming en menselijk gedrag. Het werk van Kahneman werd zelfs leidend in van dik hout-campagnes van de VVD. Wat daarentegen in NRNF2 zeker geactualiseerd zou moeten worden zijn de cases over The Voice en Shell.

Het juryrapport van Managementboek van het Jaar noemde het een boeiend boek over een complex onderwerp, ‘want risico’s manage je met z’n allen en dat is nog leuk ook!’ Als ik vandaag de dag een boek over risicomanagement zou schrijven, pakte ik het anders aan. Maar ik zou nog steeds beginnen met de volgende quote.
‘Een goed gesprek over louter risico’s bestaat niet.’
Een zin die ik vaak in presentaties liet zien en heb uitgesproken. Mja, het kan wel zinvol zijn om met besluitvormers een dagje te bomen over risico’s, maar dan niet zonder een goeie probleemanalyse en een call to action.

Die call to action, dat simpele besluitenlijstje waar we met zijn allen Echt Serieus iets aan moeten doen, bevat in 2025 risico’s uit de zwaarste categorie, de wicked mess.
Dit is ‘een ontembaar probleem, het zwaarst denkbare probleem vanwege de hoge mate van onzekerheid en complexiteit. Met weinig beschikbare kennis en een permanente oplossing bestaat eenvoudigweg niet. Bovendien zijn de gevolgen van mogelijke alternatieven niet duidelijk en loopt ieders risicobereidheid sterk uiteen. Een wicked mess is vaak direct te herkennen aan een cijfer-, interpretatie- en waardenstrijd, waarbij partijen nog moeten nog leren en ervaren wat eigenlijk het probleem is en wat ieders rol bij de aanpak ervan kan zijn.'
Denk aan pfas, maar ook aan een klimaatneutrale nieuwbouwwijk, bodemdaling of de luchtkwaliteit. De komst van een azc, zelfs de vergrijzing en de meeste vormen van schaarste zijn overigens ‘gewoon’ tembare problemen.

Hoe pak je wicked risico’s aan in de huidige maatschappij? Een samenleving waar machtige besluitvormers feiten bewust ontkennen, polarisatie de norm dreigt te worden en de klimaatcrisis razendsnel ernstiger wordt? Waar de politiek liever aan symptoombestrijding doet en vuurtjes opstookt. En weer blust.


In No Risk No Fun staat het volgende over de aanpak van wicked messes? De bron was een ondergewaardeerd WRR-rapport.

‘Streef naar een brede acceptatie en consensus. Schroom niet je kwetsbaar op te stellen en zorg voor een aanvaardbare risicobereidheid met voldoende aandacht voor de weerbaarheid.’
Da’s te abstract en makkelijker geschreven dan gedaan. In de slothoofdstukken van NRNF deed ik een serieuze poging tot een alomvattende checklist. Die zou met de kennis van nu dat beter kunnen. Het gewenste inspirerend leiderschap bijvoorbeeld staat mooi op papier, maar er zijn steeds minder bestuurders die hun nek durven uit te steken om werk te maken van de Echte Problemen. Bovendien is New Public Brutalism in opmars.
Waar moeten we het dan wel van hebben?

Over lichtpuntjes. Over soms nog piepkleine maatschappelijke kantelpunten. Zaken waar ik de afgelopen tien jaar regelmatig over geschreven heb. De rode draad hierin is de verandering van bestaande systemen. Systeemtransities zijn op het eerste gezicht net zo’n onderwerp als risicomanagement. Maar met goeie praktijkvoorbeelden kun je er een interessante verhalen over vertellen. Over hoe succesvol de antirooklobby was (met nauwelijks subsidie), hoe plastic bekers zijn vervangen door mokken. En ook afgeschafte boeketten, zonnepanelen, vleesloze dagen, elektrisch rijden en thuiswerken zijn noemenswaardige transitievoorbeelden.













De S-curve van een systeemverandering

Naast systeemtransities zou ik in NRNF2 flink wat aandacht schenken aan resilience. Dit moeilijk te vertalen Engelse woord dat verder gaat dan veerkracht en weerbaarheid. De collega’s van Rotterdam Resilience hebben de mooiste omschrijving gemaakt:

‘resilience is het vermogen van een organisatie om goed om te gaan met geleidelijke en plotselinge bedreigingen. Dit vergt een bepaalde mate van weerbaarheid, veerkracht, leervermogen én veranderkracht.’ Om voldoende resilient te worden, moet je over meerdere vaardigheden beschikken. Het volgende plaatje zegt meer dan duizend woorden.














Elke fase in de systeemtransitie heeft resilience nodig. De theoretische S-curve kan zomaar drie of vier generaties duren (roken), maar ook binnen vijf jaar doorlopen zijn. verandering (thuiswerken). Niets is uiteindelijk zo moeilijk in te schatten als een grondige gedragsverandering.

Met een portie inzicht en opgedane daadkracht uit systeemtransities en resilience hebben we twee tools om de onzekere tijden vol met polycrises te lijf te gaan. En met effectieve storytelling kun je Hoop weer op een platform hijsen. Optimisme mét hoop kan zo weer vleugels krijgen.

De laatste alinea is voor mijn dochter van nu zestien. Haar feedback op Tommy Wieringa’s Optimisme zonder hoop zou in No Risk No Fun Da Sequel niet misstaan. En verdient gewoon een herhaling. Toch?
‘Ik ben misschien nog te jong om een oriëntatiepunt te zien voor mijn optimisme. Mijn pa heeft misschien gelijk: we leven in een enge én kansrijke tussentijd. Kan allemaal wel zo zijn, maar ik wil later gewoon juf worden. Ik wil duidelijk maken dat optimisten en pessimisten uiteindelijk op hetzelfde punt uitkomen. Allebei begrijpen ze uiteindelijk dat het beter kan en dat er actie nodig is.
Een goeie juf leert dat alle kleine beetjes helpen.’


René Pennings
September 2025