Zinloos gestookt
Dit drieluik is geïnspireerd op bestaande gebeurtenissen. De personages zijn fictief.
1. Recht van spreken
Het is 28 december, half zeven ‘s avonds en de bewoonster van het hoekhuis zit op de bank met een tablet op haar schoot.
Mijn naam is Els. Ik ben 71, nog steeds helder van geest en ook lichamelijk in redelijk goede doen. Op één ding na: mijn luchtwegen. Zolang als ik me kan herinneren ben ik astmatisch. Sporten ging me nooit goed af en mijn eerste aanval kreeg ik tijdens het biologiekamp van de MULO. Sindsdien heb ik me rustig gehouden. Mijn astma had me misschien daarom nooit echt in de weg gezeten. Zelfs tijdens die hele zware bevalling van mijn eerste zei een stemmetje in mijn hoofd dat het allemaal goed ging komen.
Toen mijn ex zijn twee puberdochters en mij van het ene op het andere moment in de steek liet, bleef ik kalm. We zouden ons er wel door heen slaan. En het kwam goed. Pas na mijn pensioen keerde de benauwdheid keihard terug. En waarom eigenlijk? Er was niks om me druk om te maken. Mijn oudste dochter is gelukkig met man en kind in Canada, terwijl mijn jongste weer lekker zichzelf is na haar scheiding. Ze is voor mij op zoek naar een appartementje in het zelfde gebouw als waar zij met haar jongens woont. Daar is de lucht schoner.
Er zijn vandaag de dag steeds meer dagen waar geen inhalator tegen op kan. Vorig jaar zat ik 80 dagen op de maximale dosis en nog bleef ik het beklemmend benauwd hebben. Ieder seizoen heeft tegenwoordig zijn schaduwkanten. In de zomer zijn het de barbecues en de smog en nu in de winter zijn het de open haarden. Luchtvervuiling is een sluipmoordenaar. Ik kan het weten. Ik heb recht van spreken.
Voor mij is er alle tijd van de wereld om me hierin te verdiepen. Ja, als één van de 1,2 miljoen Nederlanders met COPD zou ik de klimaatverandering de schuld kunnen geven of de tienduizenden auto’s die op nauwelijks een kilometer hier vandaan iedere werkdag uitlaatgassen de lucht in stoten. Maar de objecten van mijn ellende zijn houtskool gestookte barbecues en vooral houtkachels. Zij zijn het die fijnstofdeeltjes uitstoten en mij in een omgeving doen belanden die te vergelijken is met een krappe wachtruimte waar een dozijn kettingrokers de ene na de andere sigaret wegpaffen.
Het is zelfs wetenschappelijk onderzocht: één houtkachel produceert 28 keer meer fijnstof dan een vrachtwagen. Of nog duidelijker: twee uur stoken met een open houthaard is voor de samenleving even schadelijk als 1100 kilometer rijden met een auto. Ja, auto’s en veel andere zaken worden gelukkig klimaatvriendelijker gemaakt, maar de uitstoot van fijnstof door houtkachels, barbecues, vuurkorven, stenen pizzaovens en vergelijkbare houtverbranders neemt juist toe.
Ik heb gelezen dat meer dan de helft van de particuliere houtstokers ook een cv-ketel heeft. Dat de open haard of pelletkachel er louter is voor de gezelligheid. Nou, gezellig was het vorig jaar allerminst op de eerste hulp. Het was zo’n windloze waterkoude nawinterdag en de fijnstof was zowat in plakjes te snijden. ‘U bent er op tijd bij geweest,’ zei de arts tegen mijn dochter. Sindsdien slik ik hartpilletjes.
Mijn dochter heeft de makelaar een zoekopdracht gegeven om met spoed een appartementje te vinden in een omgeving met schonere lucht. Maar ja, de hele woningmarkt zit zowat op slot. In de woonkamer hangt nu een CO2-meter. Vanaf 1500 ppm begint dat ding te zoemen en moet ik ventileren. Maar hoe kan ik ventileren als mensen hun houtkachels aan hebben? Ik moet me gewoon niet druk maken en blijven volhouden. Da’s waarschijnlijk de rode draad in mijn leven.
Hé, de meter begint te zoemen. Buiten staat nauwelijks wind. Het is fijnstofspitsuur. Ik trek het plaid over mijn benen. De beweging stokt mijn raspende ademhaling. Ik krijg het benauwd.
Voel pijn in mijn borst, in mijn armen en hals.
Probeer mijn ogen te sluiten.
Helpt niet…
Bron: De Morgen, 12 oktober 2016
2. Een hardnekkig hete aardappel
In de tuin van de naastgelegen tussenwoning steken twee zwagers, beide halverwege de veertig, een sigaar op.
´Hoorde je dat?’
‘Wat?’
‘Een doffe klap of zo. Leek van hier naast te komen. Wie woont er eigenlijk naast jullie?’
‘Geen idee. Een wat oudere dame. We hebben er geen contact mee. Hoe bevalt de sigaar?’
‘Ach jongen, dit Nederlandse topmerk heeft een prachtige diepe smaak.’
‘Niet zo chauvinistisch, Bart. De tabak komt uit Indonesië. Ach, als je kiezers je zo eens zouden zien.’
‘Tjeezes, die open haard-lucht van hiernaast begint mijn sigaar te verpesten.’
‘We gaan zo naar binnen. En, maak je kans straks bij de verkiezingen?’
‘Eén grote loterij, man. Speculeren is zinloos.’
‘Jullie staan er goed voor in de peilingen. En zeker jij, als family man slash poster boy. Van onderwijzer naar wethouder naar Tweede Kamerlid in vijf jaar. What’s next? Vice-premier?’
[Snuift] ‘Ik voel er nu veel voor om die stookalert-app te downloaden.’
‘Waar heb je het over?’
‘Stookalert is een app van de RIVM die je waarschuwt als hout stoken extra schadelijk is voor de gezondheid.’
‘Zoals vandaag bedoel? Windstil, zwaar bewolkt. Daar heb je toch geen app voor nodig, man!’
‘Zeg dat tegen je buurman, Tim. Hij heeft er blijkbaar maling aan. Of behoor je tot die 25% Nederlanders die geen vertrouwen meer heeft in instituten en De Overheid.’
‘Ik zie jou de politicus nu niet effe aanbellen bij mijn buurman om hem vriendelijk doch dringend te verzoeken om te stoppen met stoken. Ik durf om tien Havana’s te wedden dat die stookapp nauwelijks is gedownload.’
‘Touché, Tim. Daar durf ik mijn vingers niet aan te branden. Ook niet in de Kamer trouwens. Dat houtstoken is een klassieke loose-loose situation. Nog niet zo lang geleden werd het gehypet door de groene jongens als goed en goedkoop alternatief, maar vandaag de dag is het zo’n dossier waar iedere collega het liefst met een grote boog omheen wil lopen.’
‘Tja Bart, gezond is deze lucht niet, hè.’
‘Gevaarlijker dan je denkt. Eén sigaar buiten blijven is lang genoeg. Meer dan bewustwording kunnen we landelijk gezien dan ook niet doen. De Europese Unie komt bijvoorbeeld over een paar jaar met een strenger eco-keurmerk voor nieuwe kachels. Een Vlaamse collega kreeg vorige maand nog de lachers op d’r hand toen ze tijdens windstille dagen snuffelwagens wilde inzetten.’
‘Snuffelen en dan?’
‘Met een BOA er op af, het vuur blussen en het gezinshoofd een flinke boete geven.’
‘Kansloze missie dus.’
‘Precies. Maar onderschat de stakeholders niet, jongen. Machtige groepen tegenwoordig. Vandaar dat we bezig zijn gemeenten op te roepen iets hierover op te nemen in hun algemene plaatselijke verordening.’
‘Wat dan?’
‘Geen idee. Maar dan ligt die hete aardappel niet meer op ons bordje, jongen. Kom, we gaan naar binnen. Het stinkt hier nu echt.’
3. Ge-zel-lig!
In de huiskamer van de tweede tussenwoning. Terwijl moeder en dochter in de keuken het eten voorbereiden, legt vader zijn twaalfjarige zoon uit hoe het hout in de open haard het langste brandt.
‘Ik vind dit echt een machtig gevoel, jongen. Ga maar na. Vorige maand heb ik met opa het hout verzameld en gehakt. De afgelopen weken heeft het lekker kunnen drogen in het schuurtje en nu genieten we met zijn allen van de warmte en de gloed. Alsof we in onze eigen huiskamer een kampvuurtje hebben, toch?’
‘Hmm mm.’
‘Laat die smartphone nou met rust, Thijs. Dit is toch leuk. Binnen een fikkie stoken is gewoon een mannendingetje. Wat zou je er van zeggen om volgend jaar samen met opa en mij stookhout te sprokkelen in het bos? Lijkt je dat leuk?’
´Pap, wist je dat negentig procent van de warmte door de schoorsteen naar buiten verdwijnt?’
‘Lees je dat nu op je smartphone?’
‘Nee, dat zei de juf vorige week.’
‘Waarom hebben we eigenlijk een open haard? De centrale verwarming maakt het toch ook overal warm?’
‘Is dat wat je tegenwoordig op school leert? Ik moet zeker zonnepanelen plaatsen en een warmtepomp aanleggen van de juf? Zegt ze er ook bij wat een warmtepomp kost?’
‘Nee, maar …’
‘Luister eens, we stoken hier al sinds jaar en dag vijf kuub hout. Daar besparen we aardig wat euro’s mee, zodat jij nu de allernieuwste smartphone hebt en we in de meivakantie naar een lekker warm land kunnen vliegen. Los van die euro’s is dit huiskamervuurtje gewoon ge-zel-lig!’
‘Onze haard stoot ook fijnstof en cee-oo-twee uit. Daar kun je heel erg ziek van worden.’
‘Weet je waar je ook ziek van wordt? De lucht die je tijdens de spits langs de randweg moet inademen. Papa moet iedere naar werk rijden en staat telkens weer na vijf minuten muurvast op de randweg. En ik niet alleen, hè. Duizenden anderen rijden stapvoets richting snelweg en verspillen tijd en benzine. Als de gemeente of de provincie of wie dan ook een mooie tunnel bouwt, dan ben ik sneller thuis en op werk. Da’s niet alleen goed voor het milieu, maar ook voor papa’s humeur en dat van 12.000 forenzen.’
‘Op deze site staat dat 10% van de Nederlandse gezinnen een open haard of houtkachel heeft. Da’s best wel veel. En als je nu buiten staat stinkt het heel erg naar rook.’
‘Tja, dat klopt. Dat vind ik ook wel een beetje vervelend. Maar denk je nu echt dat één open haard meer of minder het verschil maakt?’
‘Eerlijk gezegd mag hij hierna van mij uitblijven, papa. Ik hoop niet dat je het erg vindt.’
‘Tjongejonge, je bent een mooie, Thijs! Ik heb nog voor een heel jaar hout liggen.’
‘Mag ik dat op Marktplaats zetten?’
‘Laten we eerst nog even kijken naar de vlammen. Misschien zijn het wel onze laatste.’
Geraadpleegde literatuur:
· Site Longfonds, ‘Jaarlijks 12.000 doden door ongezonde lucht’,
· Site NOS, ‘Advies graag minder haardvuurtjes maar nog even geen houtrookpolitie,’ 13 maart 2018
· Trouw, Frank Straver, ‘De knusse houtkachel is eigenlijk een no-go,’ 23 januari 2018
· NRC, Erik van der Walle, ‘Houtstook: de ‘hete aardappel die niemand durft door te slikken,’ 26 juli 2020
· De Morgen, Bruno Struys, ‘Open haard vervuilt evenveel als autorit van Brussel naar Wenen,’ 12 oktober 2016
· https://www.kijkmagazine.nl/nieuws/hoe-vervuilend-zijn-houtkachels/
René Pennings
Januari 2021